Het duurt vaak jaren voordat mensen met schulden de stap naar hulpverlening durven te zetten. Een simpele betalingsachterstand kan hierdoor uitgroeien tot een problematische schuld. Een wijziging in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening moet dit helpen voorkomen. De aanpassing geeft gemeenten de mogelijkheid om gegevens over betalingsachterstanden uit te wisselen met woningcorporaties, energie- en drinkwaterbedrijven en zorgverzekeraars. Zo kan de gemeente beginnende schulden beter signaleren en schuldhulpverlening aanbieden voordat mensen zelf aan de bel trekken. Staatssecretaris Tamara van Ark heeft het wetsvoorstel dat dit regelt vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.
De wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is een van de maatregelen uit de brede schuldenaanpak van het Kabinet. Na de wijziging, die op 1 januari 2021 in moet gaan, mogen hulpverleners zelf gegevens verzamelen en registers raadplegen. Het gaat bijvoorbeeld om informatie over inkomen en vermogen. Uitwisseling van persoonsgegevens gebeurt altijd doelgericht en zorgvuldig, met inachtneming van de privacyregels. Gemeenten moeten daarom bij de start van een schuldhulpverleningstraject een beschikking afgeven met daarbij een plan van aanpak. Iemand met schulden weet daardoor waar hij aan toe is. Ook is dan helder welke gegevens de gemeente gebruikt.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ondersteunt gemeenten met kennis en ervaring over effectieve vroegsignalering van schulden. De NVVK, de Nederlandse Vereniging voor Kredietbanken, ontvangt vooruitlopend op de wetswijziging subsidie om te komen tot landelijke afspraken over vroegsignalering met schuldeisers. In mei van dit jaar is het ministerie bovendien gestart met de landelijke campagne ‘Kom uit je schuld’, die beoogt om geldzorgen bespreekbaar te maken en om mensen te stimuleren sneller hulp te zoeken bij financiële problemen.